HOUDEN VAN HUISDIEREN NA TRANSPLANTATIE

 

Veel lotgenoten hebben een huisdier dat ze gemist hebben tijdens hun ziekenhuisverblijf. Elkaar terugzien is een feest !

 

Hoe blij dit weerzien ook is, toch is het nodig om het veilig te houden !

 

In geen geval moet je huisdier weggestuurd te worden. Samen leven met je huisdieren is perfect mogelijk, mits het naleven ven enkele hygiëne- en gedragsregels. Het positieve psychologische effect van het leven met huisdieren is wetenschappelijk bewezen en mag niet worden onderschat.

 

Wel vormen zoönosen -infectieziekten die van dieren op mensen kunnen worden overgedragen- een reëel gevaar voor mensen met een verzwakt immuunsysteem. Het is daarom belangrijk om voldoende geïnformeerd te zijn over de mogelijke gevaren en jezelf ervoor te beschermen.

 

Leef volgende hygiëne- en gedragsregels strikt na :

 

  • Raak geen onbekende of vreemde dieren of “zwerfdieren” aan. Aai ze niet !

 

  • Was je handen na elk contact met dieren
  • Kus je dieren niet ! De bacteriën die kennelhoest veroorzaken, zitten in de neus van je dier. Daar kom je dus beter niet dichtbij
  • Laat je niet likken ! Kom indien mogelijk niet in contact met het speeksel van dieren. Speeksel van dieren bevat talloze bacteriën die gevaarlijke infectieziekten in het menselijk lichaam kunnen veroorzaken, zoals huidinfecties, bloedvergiftiging en meningitis.
  • Om dezelfde reden moet je na een katten- of hondenbeet onmiddellijk medische hulp inroepen. Zelfs kleine verwondingen kunnen een infectie veroorzaken en moeten soms met antibiotica behandeld worden

 

  • Als uw dier tekenen van ziekte vertoont, raadpleeg dan onmiddellijk een dierenarts
  • Laat dieren regelmatig onderzoeken door een dierenarts. Let op de actuele vaccinatiestatus en regelmatige ontworming (ook huiskatten moeten regelmatig ontwormd worden)
  • Honden moeten regelmatig worden verzorgd en worden gecontroleerd op vlooien en teken, en ontwormd worden

 

  • Let niet alleen op de vaccinatiestatus van uw dier, ook uw eigen vaccinatiestatus moet actueel zijn, vooral als het gaat om tetanus

 

  • Laat huisdieren in hun eigen bed slapen
  • Was honden- en kattendekens regelmatig op minimaal 60°C
  • Reinig drink- en voederbakken dagelijks. Ververs dagelijks het water in de drinkbakken
  • Bewaar dierenvoeding gescheiden van uw eigen voeding. Controleer regelmatig de houdbaarheidsdatum van de dierenvoeding. Zorg er voor dat ze geen bedorven zaken eten en zet ze bij voorkeur niet op een dieet van rauw voedsel.
  • Voor alle kooien, stallen, aquariums, terraria en kattenbakken geldt het volgende : laat deze niet schoonmaken door mensen met een verzwakt immuunsysteem ! Raak geen urine of stoelgang aan. Als dit niet anders kan, draag dan tijdens het schoonmaken een masker en handschoenen !

 

  • Als je klachten hebt zoals koorts en/of diarree, vertel dan aan je arts dat je een huisdier hebt. Er kan dan speciale ziekteverwekkerdiagnostiek worden uitgevoerd

 

  • Wacht tot 1 jaar na je transplantatie om een nieuw huisdier te nemen

 

Nuttige informatie per diersoort :

 

  • Katten : de ziekteverwekker Toxoplasma Gondii wordt uitgescheiden in de ontlasting van katten. Deze komt voor bij zowel buitenkatten als huiskatten. Mensen kunnen besmet raken met de ziekteverwekker en vervolgens Toxoplasmose ontwikkelen. Dit kan leiden tot ernstige complicaties en zelfs levensbedreigende ziekten, vooral als de eerste besmetting na de transplantatie gebeurt. De getransplanteerde persoon kan door middel van een bloedonderzoek nagaan of hij/zij in het verleden toxoplasmose heeft gehad. Hoewel dit opnieuw kan voorkomen, verloopt het ziekteverloop meestal milder.
  • Honden : Honden kunnen besmet geraken met kennelhoest. Een besmettelijke luchtwegeninfectie, veroorzaakt door het Parainfluenza-virus, adenovirussen of door de Bordetella Bronchisepta bacterie. De naam kennelhoest suggereert dat het alleen maar in kennels voorkomt, maar dat is niet juist. Elke hond die met andere honden in aanraking komt kan kennelhoest krijgen en ook mensen kunnen in zeldzame gevallen last krijgen van de bacterieMensen met een verminderde weerstand of chronische luchtwegproblemen kunnen ernstig ziek worden door de Bordetella bacterie.
  • Konijnen : in het wild zou een konijn nooit in de buurt van zijn ontlastingsplaats slapen. In een stal is dit vanwege de ruimtelijke beperkingen echter niet mogelijk. Konijnen hebben een zeer snelle stofwisseling en ontlasten daarom regelmatig. Ongedierte en parasieten, zoals mijten, voelen zich zeer prettig in een vloerbedekking die vervuild is met uitwerpselen en urine. Ze kunnen ziekten veroorzaken bij dier en mens, vooral als ze een verzwakt immuunsysteem hebben. Houd de stal dus altijd schoon en gebruik absorberend strooisel.
  • Vogels : die kunnen Psittacose overbrengen, de zogenaamde papegaaienziekte. De ziekteverwekker is de bacterie Chlamydia Psittaci en wordt uitgescheiden in de ontlasting van de vogels. Het kan bij mensen longontsteking veroorzaken. Vogelkooien vereisen speciale hygiëne; de reinigingsintervallen moeten kort worden gehouden en de onderste bak moet indien mogelijk met heet water worden gereinigd. Slaap niet in dezelfde kamer waar de vogelkooi staat.
  • Reptielen : vervang het substraat in terraria regelmatig. Ververs dagelijks voedsel en drinkwater en maak kommen grondig schoon. Veel reptielen ontlasten zich het liefst in water wat de kans op besmetting vergroot. Goede ventilatie en UV-straling helpen om het aantal ziekteverwekkers in het terrarium lager te houden.